Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Jimmy Nelson

Geadopteerde Nederlander’ legt onze identiteit vast en verstevigt de zijne

De Brits-Nederlandse kunstenaar Jimmy Nelson pakt tijdens de pandemie in plaats van het vliegtuig de fiets. Deze keer bezoekt hij niet de Masai in Oost-Afrika of de oorspronkelijke stammen in Papoea Nieuw-Guinea. Vanaf de lente van 2020 rijdt hij langs vissersdorpen en vestingstadjes, dwars door de polder, op zoek naar de Nederlandse identiteit en tegelijk de zijne. In zijn nieuwe boek ‘Between the Sea and the Sky’ portretteert hij bewoners van ruim twintig gemeenschappen in streek- en klederdracht in hun eigen omgeving. De portretten, gemaakt met een analoge 8x10 platencamera, ogen als schilderijen, de overige foto’s zijn eveneens niets minder dan kunstwerken. Je moet ze zien om te beseffen wat woorden niet kunnen omschrijven.

Annemarie van Gaal

‘Ik zeg nooit dingen waarmee ik het helemaal niet mee eens ben, maar het is niet altijd per se datgene wat ik vind’

Jimmy Nelson is wereldberoemd dankzij zijn gestileerde portretten van de oorspronkelijke bewoners van wat hij verweggistan noemt. Voor zijn project ‘Before They Pass Away’ bereist hij in de eerste helft van het vorige decennium een groot deel van de wereld om de laatste, meestal nog onbekende inheemse culturen vast te leggen met zijn traditionele platencamera. Zijn passie komt mede voort uit een jarenlange zoektocht naar zijn eigen identiteit. “Ik was de weg een beetje kwijt, nadat ik op mijn zevende door mijn ouders op een Noord-Engelse Jezuïeten-kostschool was gedaan en ik later als 16-jarige door een verkeerd malariamedicijn mijn haar permanent verloor.” Zijn zoektocht zet hij als geadopteerde Nederlander net voor de pandemie en na zijn laatste boek uit 2018 voort. “Ik begon te zoeken naar wie ik ben als kunstenaar. Wat zou mijn volgende ontdekking(sreis) zijn? Nu ik eindelijk voelde wie ik ben, maar nog niet waar ik naartoe ga, wilde ik nu wat teruggeven aan Nederland en ook persoonlijk een balans vinden om gezond te blijven. Nederland is een van de bijzonderste landen op aarde en kent in een kleine ruimte een enorme rijkdom. Het land is net zo mooi als Papoea Nieuw-Guinea of Mongolië. Reciprociteit is heel belangrijk”, zegt Jimmy. Voor zijn gevoel heeft hij al dertig jaar in lockdown gezeten, dus wil hij tijdens de pandemie niet stilzitten. Er moest in Nederland iets zijn om te documenteren. “Ik woon hier al sinds mijn 23ste, maar had nog niets van het land gezien. Ik wist alleen dat er in Volendam een fotostudio was voor toeristen.” Jimmy begint het land door te fietsen en komt overal echte, authentieke mensen tegen. Hij heeft zijn traditionele analoge lichtgewicht titanium 10 x 8 technische camera bij zich, raakt in gesprek en gaat – zoals hij zo vaak doet bij het fotograferen – op zijn hurken zitten. Eigenlijk doet hij niets anders dan in verre oorden, waar hij ook eerst contact maakt, vertrouwen opbouwt en dan zijn foto maakt. Eén foto, die meteen goed moet zijn en dus vraagt om de nodige voorbereiding. “Het enige verschil is dat mensen hier al weten wat een camera is.”

‘Between the Sea and the Sky is een ode aan Nederland’

Subjectief perspectief

Het boek dat hij wil maken bestaat dan nog niet. “Het mocht niet antropologisch zijn, niet oubollig, maar wel een inspiratiebron, gemaakt met liefde, zorg en romantiek. Ik voel me Nederlands, ben verliefd op dit land en Nederland metaforisch misschien ook op mij. Tess heeft als stagiaire bij ons gewerkt en komt uit Marken. Zij heeft ons geholpen in contact te komen met de gemeenschap daar, waarvoor ze zich actief inzet. Tess heeft ook een eigen kledinglijn, afgeleid van de traditionele dracht op Marken. Zij staat op de cover met twee van haar vriendinnen. Wij hebben haar gevraagd een essay te schrijven over wat de dracht voor haar en haar gemeenschap betekent. Jimmy heeft  Arthur Japin  tijdens een gezamenlijk reis door Afrika bij de hand genomen op voor de schrijver onbekend terrein. Nu schrijft Arthur in zijn essay in het boek dat Jimmy dit nu opnieuw doet, maar nu op heel bekend terrein, namelijk Nederland. Het 500 pagina’s tellende tweetalige boek (Nederlands/Engels) vol prachtige foto’s is zijn dank voor het feit dat hij vanuit zijn verleden kan teruggaan naar een redelijk gezond evenwicht. “Het is nooit af, maar dit investeer ik om die balans te houden. Wat in het boek staat heb ik niet ontdekt maar gezien en zet ik neer vanuit mijn zeer eigen perspectief, dat kan helpen anderen te inspireren.” Een illustrator heeft landkaarten in de stijl van ongeveer de zeventiende eeuw gemaakt die de ‘coole verhalen’ uit de diverse Nederlandse gemeenschappen waar men zich nog altijd of soms in klederdracht hult illustreert. “Elk detail is verbonden met een verhaal dat wij hebben geschreven. Als document, maar ook als kunst, doordat het gaat om een heel subjectief perspectief.” 


Klederdracht

Jimmy’s nieuwe boek is niet alleen uniek voor buitenlanders, maar zeker ook voor Nederlanders. Ik bijvoorbeeld wist niet dat er zoveel drachten zijn, heb ook niet beseft dat ze nog zo vaak worden gedragen en ook jongeren geïnteresseerd zijn. “In Volendam hebben ze drie botters voor mij georganiseerd om foto’s in een authentieke omgeving te kunnen maken. Eigenlijk was er een soort sneeuwbaleffect die mij naar al die gemeenschappen heeft geleid. Heel veel jonge vrouwen zijn in de kledingkasten van hun opa’s en oma’s gedoken en hebben die dracht aangetrokken. Tijdens de lockdown heb ik twee jonge dames van Marken en Hindeloopen ontmoet, die daarna hier zijn gekomen als stagiaire. Zij hebben enorm geholpen.” Op het Museumplein zijn op 17 september 2022 500 mensen in dracht bijeengekomen voor een uniek fotomoment. Daarna is het boek onthuld en heeft iedereen die er aan heeft meegewerkt een gratis exemplaar gekregen. In Amsterdam is vanaf 13 oktober 'The Last Sentinels' te zien bij Fabrique des Lumières. Een veertig minuten durende onderdompelende,  immersieve belevenis waarin bezoekers met Jimmy Nelson op reis gaan van Papoea Nieuw-Guinea tot en met de plekken waar de laatste nieuwe beelden in Nederland zijn gemaakt. Volgend jaar stellen we ook de negatieven daarvan tentoon als kunst.” Jimmy vertelt dat jongeren soms niet snappen dat hij een klassieke camera gebruikt. Dat legt hij graag tijdens zijn vele lezingen uit: “Het gaat niet om het jezelf makkelijk maken, maar om een gevoel, een investering die je beleeft als je uren bezig bent om die ene foto te maken. Ik wil terug naar analoog, naar het vakmanschap van de fotografie met een handgemaakt toestel dat al honderd jaar geleden is ontwikkeld.”

Avatars

“Ik ben vrij gevoelig in het algemeen en heb soms te veel empathie. Ik weet hoe rijk dat is en hoe ver weg dat is van het digitale”, zegt hij alvorens te waarschuwen: “Als we allemaal avatars worden hoeft het niet meer. Dan voelen en respecteren we niet meer. We hoeven in de digitale wereld niets meer. Dat vinden mensen gemakkelijker en is nu aan het gebeuren. Ik kijk naar wat de rijkdom is van een cultuur en wil dat terug- en doorgeven. Naast reciprociteit is educatie belangrijk. Het metaversum – een soort 3D-versie van het internet waarin gebruikers zich kunnen identificeren als avatars – is in 25 jaar zo ontwikkeld dat een alter ego naast ons echte leven een digitaal bestaan kan leiden. Toen internet begon dachten we dat het onzin was, nu kunnen we niet zonder. Zo gaat het ook met het metaversum. Nu houden zich vooral nerds daarmee bezig, maar over nog eens 25 jaar leiden veel mensen parallelle levens. Hun digitale ik kan kiezen voor een bepaald uiterlijk, gevoelens, hoe je het lekkerste zoent. Het gevaar is dat ze niet meer echt hoeven voelen en niet met één been in het mensversum blijven staan, maar met beide benen in het metaversum. We moeten verbonden blijven met de aarde. Inheemse volken, die lang voor de ochtend ontwaken, bidden en de aarde schoonmaken voordat zij aan de dag beginnen, zijn een metafoor voor hoe het zou moeten. Onze ontwikkeling gaat andersom. Wij maken de aarde leeg, want we willen het niet met minder doen. Op dat punt zijn we nu aangeland. De toekomst is extreem opwindend in het metaversum dankzij digitale controle, maar ik wil wel blijven voelen om in balans te blijven.” Daaraan geeft hij uiting in zijn fotografie, zijn kunst.” Om zijn droom te kunnen waarmaken – een cultureel diverse en gezonde planeet waar mensen elkaar respecteren – is de Jimmy Nelson Foundation opgezet, die via het Cult-ED-programma een jonge generatie wil inspireren bewust te zijn van het belang van menselijke diversiteit en inheemse kennis. De stichting steunt gemeenschappen die hun culturele identiteit willen bewaren en dat kan ook in Nederland zijn. Op de valreep zegt hij: “Er zijn twee nieuwe dingen: wij gaan beginnen aan het project over het Midden-Oosten waar de landen weer van het slot gaan en hun rijkdom willen laten zien. Het andere verhaal gaat over het verzamelen van culturele identiteit in heel Europa.” 

Geadopteerde Nederlander’ legt onze identiteit vast en verstevigt de zijne

‘Ik zeg nooit dingen waarmee ik het helemaal niet mee eens ben, maar het is niet altijd per se datgene wat ik vind’

‘Between the Sea and the Sky is een ode aan Nederland’